Tabata drie is vandaag de sprint. Acht keer sprinten, 20 seconden. Tussendoor 10 seconden rust.
De groep zucht, mort en herpakt zich. En dat allemaal in tien seconden. Dat sprinten is niemands favoriete onderdeel en het is maar goed dat het van tevoren niet bekend is dat dit martel onderdeel op de agenda staat.

Mickey pikt het gemor direct op en gooit een montere: ‘je kunt meer dan je denkt’ de groep in. Onverbiddelijk gaat ze op haar plek staan, blik op de stopwatch op haar telefoon en roept; ‘Go!’.

Door mijn weerstand heen, haal ik diep adem en zet elke twintig seconden weer letterlijk mijn beste beentje voor. Ik hoor mezelf hijgen en blijf de ene voet voor de andere zetten. Tijdens die acht keer sprint denk ik aan alle andere momenten dat ik doorging. Er gebeurde dan iets wonderlijks; mijn lijf ging aan de slag en werd moe, de bezigheid werd een mentaal proces; ‘go, go go!’, cheerleade mijn brein en op het moment dat ik dacht dat het echt niet meer ging voelde ik de eerste endorfines vrijkomen. Die weer zo’n boost gaven dat ik daar weer verder op kon teren terwijl mijn hoofd al lang niet meer meedeed. Doorzetten of beter gezegd doorgaan is meer dan een fysiek, mentaal of emotioneel proces, het is ook een chemisch proces. Als je maar lang en vaak genoeg dat stomme sprintje trekt komen die gelukstofjes (Endorfine) vanzelf vrij. Eigenlijk zijn wij een grote chemische fabriek. Zelfs onze emoties zijn gekoppeld aan chemische processen. Pure scheikunde die peptalk van Mickey. ‘Nog 1 keer dames’, hoor ik haar roepen.  In mij sputtert er wat, ik ontspan, laat mijn lijf naar voren hellen, haal adem en laat de chemie haar werk doen.

Tot in het park! Gonny

× Stuur ons een WhatsApp