‘Even een stukje cardio’, hoor ik Mickey zeggen.
En dan gaan we weer; knieheffen, sprinten, Jumping Jacks.

‘Lekker op tempo’.

In no time is mijn ademhaling duidelijk hoorbaar en komt met elke ademhaling wat spuug mee.
Cardio is gewoon niet zo mijn ding. Vroeger was ik goed in sprintjes. 60 meter, 80 meter en zelfs 100. De coopertest echter was een ramp, mijn knieën lieten het al na twee rondjes afweten en bij rondje vier viel ik adem happend neer. Wat de sportleraar dan weer heel kinderachtig vond.

Terug naar Spark. Vanaf Tabata ronde drie wordt het meer mijn les. Kracht. Dat is iets wat mijn lijf van nature heeft en fijn vindt. Brede schouders, sterk armen, buikspieren en benen. En sinds kort worden die bilspieren ook weer uitgedaagd en gaan ze langzaam iets naar het noorden in plaats naar het zuiden.

Mijn moeder was en is nog altijd sterk, ondanks haar dementie. Ik vergelijk haar altijd met zo’n oud dametje ergens in Azië, die dan een berg takken op haar rug versjouwt. Dat is mijn moeder. Kracht heb ik dus niet van een vreemde.

Bij Tabata vier hoor ik Mick zeggen; ‘Zo nog even wat kracht afgewisseld met cardio. Jullie kunnen het dames!’
Ik laat na een seconde, elk verzet van mij afglijden. Laatste Tabata, laatste 4 minuten. Ik kan dit. Al hijgend, spugend zal ik over de finishlijn gaan. Ik zal, ik doe, ik ga.

Het fijne van 3 of 4 keer week een Tabata training volgen, is dat ik vooruit ga. Ook op cardio gebied. Het kan dus wel!
Goed, een hardloper ga ik echt nooit worden. Lange afstanden, marathons, mij niet gezien. Wat ik merk is dat de aandoening die ik heb steeds meer ondersteund wordt. Ook de menopauzeklachten worden minder. Naast voeding, supplementen en medicatie maakt vooral de regelmatige Tabata-training, echt van wezenlijk verschil.

Ik merk het direct als ik een paar dagen – om wat voor een reden dan ook – niet kan trainen. En dus geef ik mij over aan het cardio onderdeel van de training. Ok, ok. Ik adem in en adem uit.

 

 

× Stuur ons een WhatsApp